Door J.M. Grisnich
Tot 18 november 1926 waren er zelden vliegtochten uitgevoerd naar Sumatra. De LA-KNIL was vrijwel geheel geconcentreerd op de vliegvelden Andir, Kalidjati en sporadisch op het oude Soekamiskin. Voor de F.VII H-NACC die in november 1924 een succesvolle tocht naar Nederlands-Indië had gemaakt, waren een aantal vliegveldjes op Sumatra aangelegd.
Deze vliegveldjes waren niet meer dan al aangelegde noodlandingsterreinen van de LA-KNIL, een relatief vlakke grasmat met een kleine voorraad benzine of soms ook onderdelen. Tussen Telok Betong en Telok Karang was het eerste echte vliegveld op Zuid-Sumatra aangelegd. Het vliegveld Enggal had een landingsveld van 600 x 300 meter, was voorzien van een telefoonaansluiting en vijf legertenten waren aanwezig voor de stalling van vliegtuigen. Begin november waren de luitenant vlieger J.M.J. Wegener en Hoofd tekenkamer LA-TD Walraven ter inspectie naar Enggal geweest en hadden het veld in orde bevonden. Het doel was eenvoudig: Enggal moest een van de vliegvelden worden voor een aaneengesloten luchtverbinding met Nederland. De LA fungeerde als proefkonijn. Er werd daarom aan de opening van het vliegveld veel waarde gehecht, niet in de laatste plaats doordat nu Sumatra ook per vliegtuig bereikbaar werd. Beide escadrilles van de LA-KNIL namen deel aan de openingsvlucht, een totaal van 12 vliegtuigen.
Het eerste escadrille was uitgerust met de Havilland DH-9 verkenningsvliegtuigen. Ontwikkeld in de Eerste Wereldoorlog en afkomstig uit oude Engelse legervoorraden was het type sinds 1919 in dienst van de LA-KNIL. Het tweede escadrille was echter uitgerust met fonkelnieuwe Fokker D.C.I en C.IV vliegtuigen. Het eerste type was een jager-verkenner, het tweede type een zware verkenner. Alleen de De Havilland DH-9 vliegtuigen konden Telok Betong zonder tussenlanding bereiken. De Fokkers moesten een tussenlanding maken. Besloten werd dat de twee complete escadrilles daarom van Andir (Bandoeng) via Tjililitan (Batavia) naar Enggal (Telok Betong) zouden vliegen. Uiteraard werd ook post meegenomen op de verschillende etappes, omdat dit een grote tijdwinst opleverde.
Op 18 november was het zover. De indeling van de vliegers en vliegtuigen per escadrille (en patrouille) was op de etappe Andir – Tjililitan – Enggal als volgt:
Eerste escadrille | ||||
1ste patrouille, De Havilland DH-9 | ||||
Datum | Etappe | Vliegtuig | Vlieger | Passagier |
19 november | Rondvluchten met passagiers | H.120 | Luitenant vlieger C.C. Küpfer | Kapitein J.C.F. Ohlhardt |
20 november | Fotografische opdrachten op Zuid-Sumatra | H.127 | Luitenant vlieger M. van Haselen | Adjudant onderofficier Kok |
21 november | Telok Betong – Andir | H.134 | Luitenant vlieger J.J. Kengen | Luitenant Boogh |
2de patrouille, De Havilland DH-9 | ||||
H.112 | Luitenant vlieger Koster | Luitenant Kenninck | ||
H.12? | Luitenant vlieger J.J. Zomer | Luitenant vlieger M. Dijkstra | ||
H.132 | Luitenant vlieger C.J.J.M. Waltmann | Adjudant onderofficier Stolk | ||
Tweede escadrille | ||||
3de patrouille, Fokker C.IV | ||||
18 november | Telok Betong – Tjililitan – Andir | F.C.412 | Luitenant vlieger de Ruyter van Steveninck | Luitenant Duynstee |
F.C.419 | Luitenant vlieger Roos | Hr. Crayé (burger) | ||
F.C.417 | Luitenant vlieger J.J. Moll | Luitenant Swartjes | ||
4de patrouille, Fokker D.C.I | ||||
19 november | Telok Betong – Tjililitan – Andir | F.D.406 | Luitenant vlieger J.M.J. Wegener | C.LA Majoor Hoeksema de Groot |
F.D.407 | Luitenant vlieger A.M. Groenewegen | C.VD (Commandant Verkeersdienst) | ||
F.D.409 | Adjudant onderofficier vlieger Vermeulen | Sergeant van de Valk |

De landing op Telok Betong, 28 november 1926. Op de foto links een aantal officials voor een Fokker C.IV, waarschijnlijk het comité van ontvangst waaronder de Resident der Lampongsche Districten dhr. Th. Volmering. (collectie FGerdessen)
Om 6.45 uur in de vroege ochtend werd gestart vanaf Andir. Iets later dan gepland, veroorzaakt door grondmist. Twaalf vliegtuigen kozen in vier patrouilles het luchtruim. Het eerste escadrille arriveerde om 7.30 uur op Tjililitan, het tweede escadrille om 7.40 uur. Na een kort verblijf op Tjililitan, het afgeven van de post en het innemen van benzine, vertrokken de escadrilles om 8.10 uur en 8.25 uur op weg naar Telok Betong. In totaal waren er tien postzakken (totaal 241 kg) meegenomen, waarvan er negen werden afgegeven op Tjililitan. De laatste was voor Telok Betong bestemd. De post werd ingeladen in twee Fokkers, waaronder de F.D.406.
Aangekomen te Telok Betong werden de vliegers verwelkomt door heel veel belangstellenden. De scholen waren dicht, speciaal om de vliegers te mogen verwelkomen. Na landing van de twaalf vliegtuigen werd de C.LA begroet door de Resident van Sumatra, waarna het Wilhelmus werd gespeeld. ’s Avonds werd een vliegeniers-bal georganiseerd, waar de (vliegers van de) Fokkers niet aan deelnamen: “In verband met het feit dat geen hangars daar aanwezig zijn en de vleugels der Fokkers niet goed bestand zijn tegen regen, keren deze toestellen nog diezelfde dag terug naar Bandoeng,” werd als officiële reden opgegeven.
De eerste paar Fokkers keerden nog op 18 november terug naar Andir, waar ze om 14.00 uur aankwamen. Welke vliegtuigen en bemanning direct teruggingen is niet duidelijk. Van de Fokkers bleven twee jager-verkenners (D.C.I) en een zware verkenner (C.IV) achter. Op 19 november keerde ook deze vliegtuigen terug. Om 9.30 uur werd vertrokken naar Tjililitan, waarna werd doorgevlogen naar Andir waar om 11.37 uur werd geland. De details van deze laatste vlucht zijn afkomstig van een meevliegende journalist van het Algemeen Indisch Dagblad, die het volgende noteerde: “De drie Fokkers raakten elkaar door de sterke bewolking nogal eens kwijt: om 9.27 uur opgestegen, was ons vliegtuig om 9.57 uur boven Straat Soenda, om 10.08 uur waren we op Java terug. Om 10.30 uur waren de rookpluimen van Tandjong Priok te herkennen en 12 minuten later lagen wij boven Batavia. De landing in Tjililitan om post te laden kostte in totaal 21 minuten. Om 11.01 uur opgestegen waren wij om 11.37 uur op Andir. Zonder de 21 minuten voor Tjililitan zou de vlucht Telok Betong – Andir dus 1.47 uur hebben geduurd.”
Op 19 en 20 november hadden vele Sumatranen van de gelegenheid gebruik gemaakt een vlucht te maken in een van de zes achtergebleven Havilland vliegtuigen. De Resident van de Lampongsche Districten, dhr. Th. Volmering was een van de eerste passagiers geweest die een vlucht van maarliefst twee uur maakte. Op zaterdag 20 november was de Havilland van luitenant vlieger J.J. Moll in de start weggezakt in de rode modder, waardoor het vliegtuig een neusstand maakte en de propeller brak. De vrouwelijke passagier werd uit haar hoge positie bevrijd, waarna het vliegtuig werd gerepareerd. Nadat een wiel en propeller waren verwisseld, was het vliegtuig 40 minuten later gereed voor een nieuwe vlucht. In totaal waren meer dan 50 rondvluchten gemaakt en hadden velen hun eerste vlucht gemaakt.
De zes De Havillands keerden op 21 november naar Andir terug. Rond 9.00 uur werd teruggekeerd naar Andir, waar om 11.50 uur werd geland. De eerste officiële vlucht naar Sumatra was een voldongen feit.