De Fokker-Grulich machines hebben jarenlang dienst gedaan op Duitse (binnenlandse) luchtlijnen. De meeste Duitse Fokker verkeersvliegtuigen waren in licentie gebouwde exemplaren voor de Deutsche Aero Lloyd (DAL). Deze maatschappij bouwde zowel de Fokker F.II als F.III in een iets gewijzigde vorm, waardoor de aanduiding Fokker-Grulich ontstond. Dit naar de technisch directeur van de DAL, Karl Grulich.
De in licentie gebouwde Fokker-Grulich machines verschilden iets van de door Fokker Amsterdam gebouwde exemplaren. Allereerst het motortype. De DAL had voorkeur voor Duitse motoren en de keuze was gevallen op motoren van het type BMW. In eerste instantie werd gekozen voor de BMW IV, later werd ook de BMW Va ingebouwd. Het tweede verschil was dat de Grulich machines een gesloten cockpit hadden. Deze was toegankelijk vanuit de cabine, waar een deurtje tussen cockpit en cabine werd aangebracht.
Toen de DAL in 1926 werd opgenomen in de Deutsche Lufthansa (DLH), werden vrijwel alle Fokker Grulich machines overgenomen. Hieronder bevond zich ook de F.II D-765 “Eider”, met rompnummer 1587. In totaal bezat DLH in 1926 19 F.II vliegtuigen, terwijl de laatste in 1937 uit dienst werd genomen. De F.II (en ook de F.III) werden na 1930 voornamelijk ingezet op de binnenlandse luchtlijnen. Dat gold ook voor de “Eider”. In de vroege middag van 2 mei 1932 was het vliegtuig onderweg van Keulen naar Hannover, een vlucht van zo’n 300 kilometer. Aan boord was een vlieger en vier passagiers. Het was vrij mistig, waardoor vlieger Heumann slecht grondzicht had. Dat was wel noodzakelijk door het ontbreken van blind vlieg-uitrusting en omdat de vlieger zich moest oriënteren om de juiste weg te vinden.
Rond 14.00 uur (lokale tijd) raakte de “Eider” in heuvelachtig gebied nabij Pötzen een aantal bomen, waardoor het neerstortte en totaal werd vernield. Wonderlijk genoeg kwamen de vijf inzittenden er met wat schrammen en builen vanaf. Kort na het ongeluk werd vanaf het vliegveld Hannover hulp geboden. Waarschijnlijk was er ook een fotograaf aanwezig bij deze groep hulpverleners. De foto’s moeten vlak na het ongeluk zijn genomen.

Foto 1: het totaal vernielde vliegtuig van rechtsvoor gezien. De laaghangende mist is nog overal aanwezig.

Foto 2: zowel Heumann als de vier passagiers moesten zich via het noodluik in de vleugel in veiligheid brengen.

Foto 3: een opname van de linkerkant van de “Eider”: duidelijk zichtbaar is de grote impact waarmee het vliegtuig uiteindelijk de grond heeft geraakt.

Foto 4: een opname van dichtbij: van de vleugel resteren nog een paar kleine stukken, terwijl de romp achter de cabine bijna niet meer als zodanig kenbaar is.