J.M. Grisnich
Er zijn weinig vliegtuigen zo onbekend gebleven als de Fokker C.XI-W. Een ontwerp uit 1935 en ondanks het verouderde concept van houten vleugels, romp van (naadloos getrokken) stalen buizen bekleed met doek, niet onsuccesvol. Het zou weleens het eerste Nederlandse vliegtuig geweest kunnen zijn dat vuur heeft uitgebracht op een Duits vliegtuig.
De eerste C.XI-W werd besteld in januari 1935. Wanneer dit eerste lichte verkenningsvliegtuig op drijvers, geschikt om vanaf een kruiser met een katapult te worden gelanceerd, zou voldoen, zou een vervolgbestelling worden geplaatst. De W-1 voldeed en er volgden twee vervolgbestellingen. De rompnummers waren als volgt: W-1 (5399), W-2 tot W-9 (5420-5427), W-10 tot W-15 (5461-5466). Voor de overname plaats had, werden de vliegtuigen gedemonstreerd door fabrieksvlieger Emil Meinecke. Van de Marine was het de OFV1 J.A.C. Broesder die was belast met de overname en de laatste vlucht voor overname maakte. De overnamecommissie bestond verder uit viceadmiraal A. Vos, kapitein luitenant ter Zee S. Woldring en Officier Machine Stoomvaart Dienst 1ste klasse J.N. Kramer. De Fokkerfabriek werd vertegenwoordigd door Ir. P.J.C. Vos. De laatste twee vliegtuigen werden in januari 1938 door de MLD overgenomen.
Met de C.XI-W gebeurden relatief veel ongelukken, die voor het grootste gedeelte te wijten waren aan het gebruik als boordvliegtuig. Tenminste twee C.XI-W vliegtuigen gingen verloren tijdens het aan boord hijsen (Hr.Ms. Java en Hr.Ms. Tromp hadden beide geen katapult inrichting maar wel een boordvliegtuig), terwijl drie vliegtuigen verloren gingen door ongelukken met dodelijke afloop. In maart 1940 werd een voorstel gedaan tot wijziging van de lippen van het stabilo en kielvlak van alle C.XI-W. Onduidelijk is of dit is uitgevoerd.
De C.XI-W in Nederland
Drie C.XI-W vliegtuigen zouden in Nederland blijven. Dit betrof de W-3, de W-9 en de W-14. De vliegtuigen werden ingedeeld bij de Groep Vliegtuigen 3 (GVT3), gebaseerd op Marine Vliegkamp Veere. Organiek bestond deze eenheid uit in totaal zeven vliegtuigen. Naast de twee C.XI-W betrof dit vier Fokker C.XIV-W. Voor de Duitse inval in Nederland ging de W-9 in de nacht van 13 op 14 april 1940 verloren, waarbij de bemanning om het leven kwam. Al eerder was een Fokker C.XI-W betrokken geweest bij oorlogshandelingen. Een Dornier 18 wilde bij Ameland een andere Do 18 helpen, die in de problemen was geraakt nabij Ameland. Hoewel dit plaatsvond in internationale wateren, zorgde de stroming ervoor dat de Do 18 naar het strand bij Ameland dreef. Blijkens een brief die na de meidagen van 1940 via Zweden naar Nederlands-Indië werd gesmokkeld, waren het de vlieger en boordschutter van een C.XI-W die het vuur opende op deze (behulpzame) indringer en hem tot landen dwongen.[1]
Op 10 mei 1940 was de W-3 in reparatie op de Mok, terwijl de W-14 te Veere was gestationeerd. De C.XIV-W F-17 en F-23 waren gevechtsklaar, terwijl de F-21 en F-24 in reserve werden gehouden. Beide reservevliegtuigen werden op 12 mei 1940 door aanvallende Duitse jachtvliegtuigen op de grond vernield. De overgebleven vliegtuigen slaagden erin via Frankrijk naar Engeland te ontsnappen. Op 30 juni 1940 werd Marine personeel te Calshot (Verenigd Koninkrijk) gestationeerd om de daar aanwezige C.XIV-W vliegtuigen gereed te maken voor verscheping naar Nederlands-Indië. Op 9 augustus 1940 werden zes C.XIV-W naar Indië verscheept. Ook de C.XI-W en de overige C.XIV-W vliegtuigen werden verscheept. Het laatste transport kwam medio oktober 1940 aan te Tandjong Priok.
De C.XI-W in Nederlands-Indië

De Fokker C.XI-W W-8 wordt aan boord gehesen van Hr.Ms. Java tijdens een eskaderoefening in 1939.

Hr.Ms. Java bezat geen katapult. Vliegtuigen werden daarom met draaiende motor overboord gezet via een lier en via dezelfde weg omgekeerd aan boord gehesen. Dat laatste met afgezette motor.
Oefening met het eskader 1939
De boordvliegtuigen van Hr.Ms. de Ruyter, Java en Tromp werden tijdens oefeningen vrij intensief gebruikt. Een serie foto’s, gemaakt tijdens een eskaderoefening van 23 tot 30 juni 1939, laat wat details zien over het overboord zetten van het Fokker C.XI-W vliegtuig met registratie W-8. Ook bijgevoegd twee foto’s van Hr.Ms. Kortenaer en Van Gent, beide torpedobootjagers uit 1928. Aan de eskaderoefeningen namen overigens niet alleen deze schepen deel. Ook de torpedobootjagers Hr.Ms. Van Galen, Witte de With en Piet Hein evenals de onderzeeboten K-IX, K-XI, K-XII, K-XV, K-XVI en K-XVII namen deel. Bevoorrading was toevertrouwd aan het Gouvernements Schip “Zuiderkruis” en het tankschip Juno. De MLD was daarnaast vertegenwoordigd met de drie Dornier Do 24K vliegboten X-7, X-8 en X-9.[2]

Het eskader bestond onder andere uit de torpedojagers Hr.Ms. Kortenaer (bovenste foto) en Van Gent (onderste foto).

Beide torpedojagers waren in de periode 1928-1930 in Nederland gebouwd voor Indische dienst.
Individuele historie Fokker C.XI-W
Logboek_C-XI-W
Bronnen
[1] De brief werd gepubliceerd in (o.a.) het Soerabaijasch Handelsblad van 5 september 1941. De schrijver van de brief werd ontvangen door een te Soerabaja gelegerde Marinier en de schrijver zou zodoende een Nederlands Marinier geweest kunnen zijn (gezien verdere meer gedetailleerde informatie m.b.t. de Marine);
[2] Soerabaijasch Handelsblad, 11 juli 1939;