Nederlands-Indië civiel (1): de PK-SAC 1920-1931

Na afloop van de Eerste Wereldoorlog demonstreerde de Duitse vlieger Carl Rose in Nederlands-Indië. Ook gaf hij vlieglessen, onder andere aan de gebroeders Richard Willem en Harold Godfrey Young uit Semarang. Hij had een aantal vliegtuigen meegenomen, waaronder een L.V.G. B.III. De gebroeders Young namen het medio 1922-1923 over, waarna het in 1929 als PK-SAC stond ingeschreven.

Richard Willem Young werd in 1893 geboren, zijn broer Harold Godfrey Young in 1898. Nadat beiden de lagere en middelbare school hadden doorlopen, konden ze beiden aan het werk in de autozaak van hun vader. Nadat hij in 1916 was overleden, werden beide broers eigenaar van deze autohandel. Toen eenmaal de vliegdemonstraties op Java een aanvang hadden genomen, aarzelden beide broers niet om hieraan deel te nemen. Zo vlogen ze mee met Poulet in zijn Caudron (voor 150 gulden voor 2 minuten!), met Budde (die samen met de Duitser Hettling demonstreerde) en tenslotte kwamen ze in november 1922 in contact met de vlieger Carl Rose. Beide broers kregen van hem vlieglessen op de L.V.G. B.III van Rose. In februari 1923 mochten ze al “los”, terwijl beide broers in augustus 1923 hun vliegbrevet in ontvangst mochten nemen.

Tussen november 1922 en februari 1923 was de L.V.G. van eigenaar verwisseld. Twee jaar later, in februari 1925 werd hen een interview afgenomen door weekblad “de Stem”. Inzet van het interview was hun mening over de “burgervliegerij”: beiden hoopten dat “iedereen binnen afzienbare tijd iedereen met evenveel vertrouwen in een vliegtuig stapt, als in een sapi-kar (ossenkar)”. Aan klandizie hadden beiden broers niet te klagen: tussen augustus 1923 en februari 1925 hadden maarliefst 120 personen een rondvlucht gemaakt in hun L.V.G..

De PK-SAC van de gebroeders Young in de hangar op Simongan (Semarang). Omdat er twee verschillende beschilderingen van de PK-SAC bekend zijn, is het goed mogelijk dat dit de laatst gevoerde beschildering is geweest (dus na de opbouw van het vliegtuig medio 1925).

De PK-SAC van de gebroeders Young in de hangar op Simongan (Semarang). Omdat er twee verschillende beschilderingen van de PK-SAC bekend zijn, is het goed mogelijk dat dit de laatst gevoerde beschildering is geweest (dus na de opbouw van het vliegtuig medio 1925).

Eind januari 1925 werd een storm de L.V.G. B.III bijna fataal. In de Indische pers meldde op 25 januari: “een hevige storm zorgde ervoor dat de hangaar van de gebroeders Young te Simongan (vliegveld bij Semarang) de lucht in werd geblazen. De geparkeerde L.V.G. werd door een balk bijna verpletterd, maar de romp hield het gewicht. De Mercedes motor liep op volle toeren, maar de vleugels moesten worden gerepareerd.” Hoewel er geruchten waren dat de gebroeders Young een Pander Baby hadden besteld, werd de L.V.G. B.III gerepareerd, evenals de beschadigde hangaar. Het zou goed kunnen dat hiervoor onderdelen of delen van een inmiddels niet meer vliegwaardige L.V.G. zijn gebruikt.

Op 8 oktober 1929 werd de L.V.G. B.III met serienummer 33616* ingeschreven in het Indisch Luchtvaartuigregister met Bewijs van Inschrijving nummer 7. Heel veel lieten de gebroeders Young niet van zich horen. Er werden wel passagiersvluchten gemaakt en soms werden andere vliegers verwelkomt, zoals de Pander “Adelaar” met vlieger Van Tijen in december 1930. Hierna wordt het stil rondom de gebroeders Young en hun vliegactiviteiten. De PK-SAC is in 1934 niet meer ingeschreven en is waarschijnlijk gesloopt.

* dit serienummer kan heel goed de Duitse militaire registratie 336/16 geweest zijn(!)